Voor het maken van witte thee worden alleen de knoppen van de Camellia sinensis geplukt. Idealiter moeten deze van de Da Bai komen, een subsoort van de Camellia sinensis. Deze soort komt oorspronkelijk uit de Chinese streek Fujian en wordt gezien als de meest kwalitatieve witte thee plantsoort.
De blaadjes van de Da Bai kenmerken zich door de aanwezigheid van kleine witte haartjes. Voor de allerbeste witte thee mag alleen de knop geplukt worden, Maar soms worden ook eerste en tweede blaadje nog geaccepteerd. Het plukken gebeurt in de lente omdat de beharing en de kwaliteit dan beter is.
Dan is het tijd voor de theebladeren/-knopjes om te verdorren. Ze worden een korte periode buiten gelegd, waarna ze naar binnen gehaald worden voor de rest van het verdor proces. Dit proces kan tot 30 uur duren en is essentieel voor het ontwikkelen van de smaak. Eenmaal binnen hebben de blaadjes nog maar 75% vochtigheid. Dan worden ze op bamboe verspreid en in rekjes gelegd. Na dit proces, is de vochtigheid nog maar 60%. Dan gaan ze door naar de volgende stap, het drogen.
Voor de beste kwaliteit moeten de theeblaadjes heel blijven. Daarom worden de bamboe matten als geheel in de droogruimte gezet. In deze droger daalt de vochtigheid van de blaadjes naar 3%.
Om de beste blaadjes eruit te halen, wordt er ten slotte nog gesorteerd.
Zoals je kunt lezen is het maken van witte thee een zeer tijdsconsumerend proces. Dit maakt dat de prijs van witte thee al vele malen hoger ligt dan van andere theesoorten. Als je witte thee vervolgens ook nog theïnevrij wilt maken, dan wordt de thee zodanig duur, dat het voor de meeste mensen niet meer te betalen is. Hierom heeft het Groene Hart ervoor gekozen witte thee niet als theïnevrije thee aan te bieden.